Maar het begint bij een push door de Overheid. Zolang in Nederland het nog altijd mogelijk is te communiceren met de Overheid via papier én email zal de ontwikkeling hier niet snel gaan. Dan had de Overheid van Denemarken lef: Daar kan men nu alleen nog maar per email of via een website met m.n. de Belastingdienst communiceren. Dat leidt tot versnelling en het voelen van de noodzaak. Natuurlijk mogen er uitzonderingen zijn, m.n. voor senioren en behoeftigen. Maar niet voor grote groep burgers tussen bijvoorbeeld 7 en 70 jaar.
Om het onderwijs klaar te maken voor IT in de klas moeten we op meerdere niveaus tegelijk beginnen: 1. bij de docenten op de PABO; 2. bij de leerlingen op de PABO; 3. bij de docenten in het lager onderwijs én het voortgezet onderwijs. En wie geven die opleidingen of begeleiding? De eerste jaren kan dat door de commerciële ICT opleidingsinstituten die de nodige lesstof al lang ontwikkeld en uitgevoerd hebben voor hun doelgroepen in het bedrijfsleven. Met kleine aanpassingen kunnen zij deze al terugverdiende lesstof zo transponeren naar de op te leiden docenten. Zij blijken daartoe ook bereid, zien het zelfs als een eer om zo de Overheid te helpen. Natuurlijk kost dat geld, dat zou het toch kosten. Maar de opleidingsinstituten doen het voor aanzienlijk lagere bedragen dan we van hen gewend zijn, omdat het al terugverdiende lesstof is en omdat het om een bulk aan uren en lessen gaat. Maar belangrijker is dat de minister van Onderwijs én het Onderwijs zelf het moet willen.
Recent heb ik hier nog eens een interview over gegeven.
Lees het als je wilt: https://issuu.com/tkmst/docs/primaonderwijsnov2016/28
Roel Schulting
voorzitter Stichting CA-ICT